NJ 1999, 5
Borgtocht / uitleg grieven; novum in cassatie
HR 09-10-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2731
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 oktober 1998
- Magistraten
Roelvink, Neleman, Heemskerk, Van der Putt-Lauwers, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16571
C97/050
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
ZC2731
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2731, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑10‑1998
- Wetingang
Rv (oud) art. 332; Rv (oud) art. 419
Essentie
Borgtocht. Uitleg grieven; novum in cassatie.
In cassatie kan niet voor het eerst een stelling worden voorgedragen waarvan de beoordeling een onderzoek mede van feitelijke aard zou vergen.
Samenvatting
Middel klaagt erover dat, voor zover het hof mocht hebben geoordeeld dat een in het middel geponeerde stelling in hoger beroep niet aan het hof ter beoordeling stond, dit oordeel in het licht van de grieven van de bank onbegrijpelijk is, althans blijk geeft van een onjuiste opvatting omtrent 's hofs taak als appelrechter.
Het hof heeft niet blijk gegeven van een onjuiste opvatting van zijn taak als appelrechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.