NJ 1998, 894
Faillissementsaanvraag; misbruik bevoegdheid Ontvanger; belangenafweging; Leidraad Invordering; ambtshalve toepassing; art. 1F
HR 25-09-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2711
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 september 1998
- Magistraten
Roelvink, Korthals Altes, Van der Putt-Lauwers
- Zaaknummer
R98/069
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
ZC2711
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2711, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑09‑1998
- Wetingang
Essentie
Faillissementsaanvraag; misbruik bevoegdheid Ontvanger; belangenafweging; Leidraad Invordering; ambtshalve toepassing; art. 1F.
Hof niet gehouden tot ambtshalve toepassing van art. 3par. 3 Leidraad Invordering 1990, dat Ontvanger verplicht tot zorgvuldige belangenafweging. Geen gehoudenheid Hof ambtshalve belangen Ontvanger af te wegen tegen belangen betrokkene om niet in staat faillissement te worden verklaard. Gedeeltelijke betaling als gevolg van toepassing van art. 19 Iw 1990 sluit geenszins uit dat de schuldenaar verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen.
Samenvatting
In dit geding heeft een schuldenaar zich tegen de faillissementsaanvraag verweerd met de stelling dat de Ontvanger misbruik maakt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.