Einde inhoudsopgave
RvdW 1998, 164
Hinderwet; intrekken vergunning; schadevergoeding.
HR 25-09-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2715
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 september 1998
- Magistraten
Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Jansen
- Zaaknummer
16662
C97/141
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
ZC2715
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2715, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑09‑1998
- Wetingang
BW art. 6:162; Hw art. 26a (oud); Rv art. 59
Essentie
Hinderwet; intrekken vergunning; schadevergoeding.
Hof is zelfstandig en onafhankelijk van hetgeen Gemeente en Kroon daaromtrent hebben geoordeeld tot slotsom gekomen dat de ingevolge art. 26a Hinderwet naar billijkheid te bepalen vergoeding in casu moet worden vastgesteld door bij kapitaliseren van een jaarlijks optredend verlies een factor 3 te hanteren in plaats van de bij onteigening gehanteerde factor 10. Geen blijk van onjuiste rechtsopvatting; voldaan aan beperkte motiveringseisen.
Samenvatting
Voormalig LPG-pomphouder, wiens vergunning is ingetrokken, spreekt de gemeente uit hoofde van onrechtmatige daad aan omdat hij de schadeloosstelling die hem ingevolge art. 26a Hinderwet is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.