NJ 1998, 829
Faillissement / vereisten toepasselijkheid 6 EVRM
HR 11-09-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2697
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 september 1998
- Magistraten
Mijnssen, Korthals Altes, Herrmann, Jansen, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
R98/020
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
ZC2697
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2697, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑09‑1998
- Wetingang
Essentie
Faillissement. Vereisten toepasselijkheid art. 6 EVRM.
In casu geen ‘dispute (…) over a ‘right’ which can be said, at least on arguable grounds, to be recognised under domestic law’, zoals vereist voor de bepleite toepasselijkheid van art. 6 EVRM, nog daargelaten of het in het geding zijnde recht als ‘civil right’ zou kunnen worden aangemerkt.
Samenvatting
In casu klaagt de directeur en aandeelhouder van een failliet verklaarde vennootschap dat — in strijd met art. 6 EVRM — niet in het openbaar is uitgesproken de beschikking van de rechtbank waarbij is bevestigd de afwijzing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.