NJ 1998, 673
Wet BOPZ; geneeskundige verklaring; strikte toepassing termijn vijf dagen
HR 26-06-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2681
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 juni 1998
- Magistraten
Mijnssen, Korthals Altes, Herrmann, Jansen, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
R98/068
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
ZC2681
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2681, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑06‑1998
- Wetingang
Essentie
Wet BOPZ; geneeskundige verklaring; strikte toepassing termijn van vijf dagen.
Ingeval betrokkene reeds vrijwillig in psychiatrisch ziekenhuis verblijft, dient bij een verzoek tot verlenen ‘voorlopige machtiging’ te worden overgelegd een verklaring van de geneesheer-directeur die ten hoogste vijf dagen voor het verzoek is opgemaakt en ondertekend.
Samenvatting
Verzoekster verbleef reeds vrijwillig in een psychiatrisch ziekenhuis, toen de officier van justitie, ingevolge een verzoek van de vader van verzoekster, een voorlopige machtiging vorderde. Bij een dergelijk verzoek moet worden overgelegd een verklaring van de geneesheer-directeur van het ziekenhuis waarin betrokkene verblijft, welke verklaring ten hoogste vijf dagen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.