NJ 1998, 590
Exota-affaire / schadestaatprocedure; verhouding hoofdgeding; causaal verband / schatting schade
HR 26-06-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2685 (Exota)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 juni 1998
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Heemskerk, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16616
C97/095
- Conclusie
P-G Ten Kate
- LJN
ZC2685
- Roepnaam
Exota
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Informatierecht / Media
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2685, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑06‑1998
- Wetingang
BW art. 1401 (oud); BW art. 6:97; BW art. 6:98; BW art. 6:101; BW art. 6:109; BW art. 6:162; Rv (oud) art. 612
Essentie
Exota-affaire. Schadestaatprocedure; verhouding hoofdgeding; causaal verband. Schatting schade.
Cassatieberoep verworpen op gronden conclusie OM. Slechts schade als gevolg van onrechtmatige deel van uitzending komt voor vergoeding in aanmerking nu in het onherroepelijk geworden arrest waarbij de VARA en Van Dam zijn veroordeeld tot schadevergoeding een onderscheid is gemaakt tussen het rechtmatige en het onrechtmatige deel van de uitzending. Het stond het hof vrij bij schatting schade de kans dat becijferde schade geflatteerd was aan eiser toe te rekenen nu lange tijdsverloop van procedure aan haar was te wijten.
Samenvatting
Onderhavige uitspraak betreft de schadestaatprocedure in de zogenoemde ‘Exota-zaak’. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.