NJ 1998, 670
Betekening / rechtsgeldigheid / inhoud exploit
HR 19-06-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2679
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 juni 1998
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Jansen
- Zaaknummer
8965NA
R97/030
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
ZC2679
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2679, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑06‑1998
- Wetingang
Essentie
Betekening; rechtsgeldigheid; inhoud exploit.
Voor een betekening ‘aan de woonplaats’ van de geëxploiteerde, is niet op straffe van nietigheid voorgeschreven de plaats van betekening en de hoedanigheid van degene aan wie afschrift is gelaten in het exploit te vermelden, hoewel zulks wel aanbeveling verdient met het oog op het te leveren bewijs dat de betekening op de door de wet voorgeschreven wijze is geschied.
Samenvatting
Inzet in dit geding is de rechtsgeldigheid van een bij deurwaardersexploit verrichte betekening van een vonnis waarbij geëxploiteerde is veroordeeld om op straffe van dwangsom binnen 7 dagen na betekening een bankgarantie te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.