NJ 1999, 219
Uitleg 9 lid 1 van richtlijn 89/662/EEG; prejudiciële vragen in kort geding
HR 19-06-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2677, m.nt. T. Koopmans
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 juni 1998
- Magistraten
Roelvink, Neleman, Heemskerk, Herrmann, Jansen
- Zaaknummer
16624
C97/103
- Conclusie
A-G Mok
- Noot
T. Koopmans
- LJN
ZC2677
- JCDI
JCDI:ADS63318:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Agrarisch recht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2677, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑06‑1998
- Wetingang
EG-Verdrag art. 177; Rv (oud) art. 289; EG-Richtlijn nr. 89/662
Essentie
Uitleg van art. 9 lid 1 van richtlijn 89/662/EEG; prejudiciële vragen in kort geding.
Productschap voor Vlees en Vee vordert buitenwerkingstelling van door Staat naar oordeel Productschap onbevoegd genomen en derhalve onrechtmatige besluiten die beogen te voorkomen dat aantal specifiek BSE-gevoelige organen van schapen en geiten in voedselketen terechtkomen. Hoge Raad verwerpt op uitleg art. 9 lid 1 van richtlijn 89/662/EEG gebaseerd cassatieberoep tegen 's hofs oordeel dat Nederland als Lid-Staat van de EU bevoegd was tot uitvaardigen van aangevallen besluiten. Hoge Raad acht het stellen van prejudiciële vragen, waartoe hij in kort geding niet verplicht is, niet opportuun.
Samenvatting
Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.