NJ 1999, 533:Subrogatie Bedrijfsvereniging in bevoorrechte vorderingen schepelingen ter zake loon

NJ 1999, 533

Subrogatie Bedrijfsvereniging in bevoorrechte vorderingen schepelingen ter zake loon

Documentgegevens:

HR 19-06-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2673 (Hollandse Scheepshypotheekbank/LISV)

Instantie: Hoge Raad
Datum: 19 juni 1998
Magistraten: Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Herrmann, Jansen
Zaaknummer: 16539
C97/018HR
Conclusie: A-G Bakels
LJN: ZC2673
Roepnaam: Hollandse Scheepshypotheekbank/LISV
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1998:ZC2673, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑06‑1998
Wetingang: BW art. 1195 (oud); K art. 318c (oud); K art. 318r (oud); WW art. 42a (oud); WW art. 42e (oud)

Essentie

Subrogatie Bedrijfsvereniging in bevoorrechte vorderingen schepelingen ter zake loon. Het door art. 318c lid 1 onder 2 (oud) K aan schepelingen gegeven voorrecht voor ‘de uit de arbeidsovereenkomst voortspruitende vorderingen’ strekt zich uit tot de bruto loonvordering. De Bedrijfsvereniging die op grond van het bepaalde in art. 42a lid 1 (oud) WW de daar bedoelde loonbetalingsverplichting heeft overgenomen, is op grond van art. 42e lid 1 (oud) WW gesubrogeerd in de bruto-loonvordering. In geval van overgang door subrogatie verkrijgt de derde die de vordering voldoet alle rechten die bij de vordering behoren; de gesubrogeerde Bedrijfsvereniging verkrijgt daarom niet alleen het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.