RvdW 1998, 122
Terugvordering bijstand; appeltermijn.
HR 12-06-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2671
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 juni 1998
- Magistraten
Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Herrmann
- Zaaknummer
9054
R97/119
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
ZC2671
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2671, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑06‑1998
- Wetingang
Essentie
Terugvordering bijstand; appeltermijn.
Voor de vraag welke procesregels van toepassing zijn op de terugvordering in rechte van kosten van bijstand is beslissend de datum waarop het inleidend verzoekschrift is ingediend. Inleidend verzoekschrift ingediend na 1 januari 1996 en vóór 1 juli 1997: appeltermijn 2 maanden ingevolge art. 429n lid 2 Rv.
Samenvatting
Onderhavige zaak betreft de vraag welke procesregels krachtens overgangsrecht van toepassing zijn op terugvordering van bijstand, met name welke appeltermijn geldt. Het inleidend verzoekschrift van de Gemeente is op 13 september 1996 ter griffie van het kantongerecht ingekomen. De beschikking van de kantonrechter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.