NJ 1999, 563
Terugkomen van bindende eindbeslissing door rolrechter
HR 01-05-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2640, m.nt. H.J. Snijders (hoog opschietende uitzonderingen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 mei 1998
- Magistraten
Roelvink, Mijnssen, Heemskerk, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16579
C97/058
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
ZC2640
- Roepnaam
hoog opschietende uitzonderingen
- JCDI
JCDI:ADS63321:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2640, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑05‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:ZC2640, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 06‑02‑1998
- Wetingang
Rv (oud) art. 332; Rv (oud) art. 347
Essentie
Terugkomen van bindende eindbeslissing door rolrechter. Voor aanvaarding van een uitzondering op de bindende kracht van een (als incidenteel arrest aan te merken) eindbeslissing van de rolrechter tot verlenen akte van niet-dienen is slechts plaats ingeval bijzondere, door de rechter nauwkeurig aan te geven, omstandigheden het onaanvaardbaar zouden maken dat de rechter aan dergelijke eindbeslissing zou moeten vasthouden en geen gelegenheid zou kunnen geven tot herstel van fouten van beperkte betekenis. Voor uitzondering is plaats wanneer zich een administratieve vergissing van de griffie of een daarmee gelijk te stellen geval heeft voorgedaan.
Samenvatting
In hoger beroep herroept de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.