NJ 1999, 550
Verdeling gemeenschap op voet 3:185 lid 1 BW; motivering; peildatum waardering
HR 17-04-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2631 (Vaststelling van de wijze van verdeling)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 april 1998
- Magistraten
Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16554
C97/039
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
ZC2631
- Roepnaam
Vaststelling van de wijze van verdeling
- JCDI
JCDI:ADS63327:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Gemeenschap
Vermogensrecht (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2631, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑04‑1998
- Wetingang
BW art. 3:185
Essentie
Verdeling van een gemeenschap op de voet van art. 3:185 lid 1 BW; motivering; peildatum waardering.
De rechter die de verdeling van een gemeenschap vaststelt op de voet van art. 3:185 lid 1— waarbij hij naar billijkheid rekening moet houden met de belangen van partijen en het algemeen belang — is niet gebonden aan hetgeen partijen hebben gevorderd en behoeft niet expliciet in te gaan op hetgeen partijen aanvoeren. Bij de bepaling van de waarde van de goederen geldt in beginsel als peildatum het tijdstip van de verdeling doch uit hetgeen door partijen is overeengekomen en uit de eisen van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.