NJ 1998, 553
Arbeidsovereenkomst; ontbinding op voet van art. 7:685 BW; doorbreking appelverbod?
HR 27-03-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2620
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 maart 1998
- Magistraten
Roelvink, Heemskerk, Jansen
- Zaaknummer
9055
R97/120HR
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
ZC2620
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2620, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑03‑1998
- Wetingang
BW art. 7:685; BW art. 7A:1639w (oud)
Essentie
Arbeidsovereenkomst; ontbinding op de voet van art. 7:685 BW; doorbreking appelverbod?
De klacht dat de kantonrechter heeft verzuimd cfm. art. 7:685 lid 9 BW een termijn te stellen (voor intrekking van het ontbindingsverzoek) heeft betrekking op een verkeerde toepassing en niet op een buiten toepassing laten van deze bepaling en is voorts niet te beschouwen als schending van een zo fundamenteel rechtsbeginsel dat van een eerlijke en onpartijdige behandeling niet meer kan worden gesproken.
Samenvatting
Werkneemster heeft op de voet van art. 7A:1639w (oud) BW (thans art. 7:685 BW) de kantonrechter verzocht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.