NJ 1998, 512
Uitvoerbaarverklaring bij voorraad, bij incident in cassatie gevorderd
HR 27-02-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2602
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 februari 1998
- Magistraten
Martens, Royer, Heemskerk, Jansen, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16758
C97/237
- Conclusie
A-G Hartkamp
- LJN
ZC2602
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2602, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑02‑1998
- Wetingang
Rv (oud) art. 52; Rv (oud) art. 53
Essentie
Uitvoerbaarverklaring bij voorraad, bij incident in cassatie gevorderd.
Vereiste belang bij zodanige verklaring mag in algemeen worden aangenomen ingeval uitvoerbaarverklaring bij voorraad wordt verlangd van een veroordeling tot betaling van een geldsom. Bij de beoordeling van de vordering moet de kans van slagen van het aangewende rechtsmiddel buiten beschouwing blijven.
Samenvatting
In cassatie wordt door verweerder in cassatie, oorspronkelijk eiser, bij incident uitvoerbaarverklaring bij voorraad gevorderd van 's hofs veroordeling van eiser tot cassatie tot betaling van een geldsom.
Deze vordering, ingesteld op de voet van art. 53 in verbinding met art. 52 Rv, heeft betrekking op een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.