RvdW 1998, 54
Terugvordering bijstand. Appeltermijn. Verzwijging misdrijf; zwijgrecht?
HR 20-02-1998, ECLI:NL:PHR:1998:ZC2596
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 februari 1998
- Magistraten
Martens, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Jansen
- Zaaknummer
9041
R97/107
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
ZC2596
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Voorfase
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2596, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑02‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:ZC2596, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑02‑1998
- Wetingang
Essentie
Terugvordering bijstand. Appeltermijn. Verzwijging misdrijf; zwijgrecht?
Inleidend verzoekschrift ingediend na 1 januari 1996 en vóór 1 juli 1997: appeltermijn 2 maanden ingevolge art. 429n lid 2 Rv. ‘Zwijgrecht’ van art. 29 lid 1 Sv. art. 14 lid 3 onder g IVBP en art. 6 EVRM komt niet toe aan aanvrager bijstand die verplicht is inlichtingen te verstrekken.
Samenvatting
De Gemeente vordert bij een op 13 juni 1996 ingediend inleidend verzoekschrift de aan belanghebbende uitgekeerde bijstand over de periode 1 maart t/m 31 mei 1995 terug op grond van het feit dat hij inkomsten uit criminele activiteiten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.