RvdW 1998, 53
Huur bedrijfsruimte in zin art. 7A:1624 BW door aanvullende voorzieningen na sluiten overeenkomst? Verboden aanvulling van feiten.
HR 20-02-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2595 (Autoreparatiebedrijf,Deko/Stift,Deko II/Stift)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 februari 1998
- Magistraten
Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
9033
R97/98
- Conclusie
A-G Spier
- LJN
ZC2595
- Roepnaam
Autoreparatiebedrijf
Deko/Stift
Deko II/Stift
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Huurrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2595, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑02‑1998
- Wetingang
Essentie
Huur bedrijfsruimte in zin art. 7A:1624 BW door aanvullende voorzieningen na sluiten overeenkomst? Verboden aanvulling van feiten.
Toepasselijkheid regeling art. 7A:1624 e.v. hangt af van hetgeen partijen, mede gezien de inrichting van het gehuurde, bij sluiten overeenkomst voor ogen heeft gestaan. Zonder nieuwe huurovereenkomst kan regeling niet alsnog van toepassing worden door enkele feit dat huurder — door aanvullende voorzieningen — alsnog gebouw tot stand brengt dat geschikt is voor de uitoefening van bedrijf in zin art. 1624.
Samenvatting
Onderhuurder huurt per 1 augustus 1991 een terrein (voorheen gebruikt voor kolenopslag) dat aan drie zijden is omgeven door een betonnen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.