NJ 1998, 444
Ambtshalve aanvullen feiten / in strijd met 176 Rv en 48 Rv heeft rechtbank feiten aan beslissing ten grondslag gelegd die zijn gesteld noch gebleken
HR 20-02-1998, ECLI:NL:PHR:1998:ZC2591
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 februari 1998
- Magistraten
Snijders, Korthals Altes, Neleman, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16511
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
ZC2591
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2591, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑02‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:ZC2591, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑02‑1998
- Wetingang
Rv (oud) art. 48; Rv (oud) art. 176
Samenvatting
Voor zover de rechtbank haar beslissing gegrond heeft op de vaststelling dat werknemer gedurende de maanden januari tot en met april 1994 geen arbeid voor werkgever heeft hoeven verrichten, heeft zij in strijd met art. 176 Rv en tredende buiten hetgeen haar ingevolge art. 48 Rv was toegestaan, aan haar beslissing feiten ten grondslag gelegd, die niet door partijen zijn gesteld of anderszins in het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.