NJ 1998, 708
Antilliaanse zaak; arbeidsovereenkomst; ontbindende voorwaarde passend in stelsel ontslagrecht? / concordantiebeginsel
HR 13-02-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2575, m.nt. P.A. Stein
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 februari 1998
- Magistraten
Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
8929
R96/135
- Conclusie
A-G Hartkamp
- Noot
P.A. Stein
- LJN
ZC2575
- JCDI
JCDI:ADS143070:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Bijzondere onderwerpen arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2575, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑02‑1998
- Wetingang
BW art. 6:22; BW art. 7:667; BBA art. 6; Landsverord. beëindiging arbeidsovereenkomsten Ned. Antillen art. 4; Landsverord. beëindiging arbeidsovereenkomsten Ned. Antillen art. 5; WMCO art. 3
Essentie
Antilliaanse zaak; arbeidsovereenkomst; ontbindende voorwaarde passend in stelsel ontslagrecht? Concordantiebeginsel.
Bij de beantwoording van de vraag of een ontbindende voorwaarde in een arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is, een vraag die slechts bij uitzondering bevestigend kan worden beantwoord, komt grote betekenis toe aan het — ook op de Nederlandse Antillen geldende — gesloten stelsel van het ontslagrecht. De onderhavige ontbindende voorwaarde laat zich redelijkerwijs niet verenigen met dat gesloten stelsel.
Samenvatting
In dit geding staat centraal de vraag of ontbindende voorwaarde van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst, inhoudende dat de arbeidsovereenkomst na drie maanden van rechtswege eindigt indien de werkgever tengevolge ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.