NJ 1998, 725
Matiging bedongen boete
HR 13-02-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2578, m.nt. J. Hijma (Hauer/Monda)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 februari 1998
- Magistraten
Snijders, Korthals Altes, Heemskerk, Herrmann, Jansen
- Zaaknummer
16489
- Conclusie
A-G Spier
- Noot
J. Hijma
- LJN
ZC2578
- Roepnaam
Hauer/Monda
- JCDI
JCDI:ADS156734:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2578, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑02‑1998
- Wetingang
Essentie
Matiging bedongen boete.
In een geval waarin het boetebeding één bedrag omvat voor vele, mogelijk sterk uiteenlopende tekortkomingen, ligt het voor de hand dat in beginsel de billijkheid klaarblijkelijk eist dat de rechter van zijn bevoegdheid tot matiging gebruik maakt om te differentiëren naar gelang van de ernst van de tekortkoming en van de schade die daardoor is veroorzaakt.
Samenvatting
Ingevolge een exploitatie- en koopovereenkomst betreffende een camping zijn partijen een boete van ƒ 90 000 verschuldigd indien zij nalatig blijven in de nakoming van een of meer uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen. Partijen hebben in verband met de nakoming ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.