NJ 1998, 587
Invorderingswet 1990; aansprakelijkheid bestuurder; beginselen van zorgvuldigheid en fair play
HR 06-02-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2568, m.nt. P.J. Wattel
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 februari 1998
- Magistraten
Martens, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Jansen
- Zaaknummer
16329
- Conclusie
A-G Mok
- Noot
P.J. Wattel
- LJN
ZC2568
- JCDI
JCDI:ADS142623:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2568, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑02‑1998
- Wetingang
Essentie
Invorderingswet 1990; aansprakelijkheid bestuurder; beginselen van zorgvuldigheid en fair play.
Uit oogpunt van deze beginselen dient ontvanger de niet door een externe deskundige bijgestane bestuurder van een rechtspersoon te wijzen op de regelingen van art. 36 lid 4 Iw 1990 en art. 6:43 lid 1 BW in geval van besprekingen over betalingsproblemen van de rechtspersoon. Nu ontvanger dat heeft nagelaten kan de bestuurder naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet in privé aansprakelijk worden gehouden op grond van art. 36 lid 4 Iw.
Samenvatting
In dit geding vordert de ontvanger op de voet van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.