NJ 1999, 477
Erfdienstbaarheid door bestemming? / grenzen rechtsstrijd in hoger beroep
HR 30-01-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2563, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 januari 1998
- Magistraten
Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk, Jansen
- Zaaknummer
16499
- Conclusie
A-G Bakels
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
ZC2563
- JCDI
JCDI:ADS156748:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2563, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑01‑1998
- Wetingang
BW art. 747 (oud); Rv (oud) art. 48; Rv (oud) art. 343
Essentie
Erfdienstbaarheid door bestemming? Grenzen rechtsstrijd in hoger beroep.
Voor ontstaan erfdienstbaarheid door bestemming op voet art. 747 (oud) BW is vereist dat eigenaar van tegenwoordig van elkaar gescheiden erven destijds die erven in zodanige feitelijke toestand heeft gebracht dat daaruit bij overdracht van een van beide erven een voortdurende en zichtbare erfdienstbaarheid ontstond. Overschrijding grenzen rechtsstrijd door vernietiging vonnis buiten grieven om.
Samenvatting
Huiseigenaar vordert voor recht te verklaren dat het naast zijn huis gelegen perceel met woonhuis ten behoeve en ten nutte met zijn eigen perceel is bezwaard met de erfdienstbaarheid om door de — in dat woonhuis ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.