NJ 1998, 476
Ontslag kennelijk onredelijk omdat werkgever haar belang bij beëindiging dienstbetrekking enkel had mogen laten prevaleren wanneer zij werknemer billijke vergoeding had toegekend/vergoeding (psychische) schade op voet 7A:1638x (oud) BW?
HR 30-01-1998, ECLI:NL:PHR:1998:ZC2562 (Chubb Lips/Jansen)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 januari 1998
- Magistraten
Martens, Mijnssen, Heemskerk, Herrmann, Jansen
- Zaaknummer
16476
C96/294
- Conclusie
A-G Langemeijer
- LJN
ZC2562
- Roepnaam
Chubb Lips/Jansen
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2562, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑01‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:ZC2562, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑1998
- Wetingang
BW art. 7:658; BW art. 7:681; BW art. 7:682; BW art. 7A:1638x (oud); BW art. 7A:1639s (oud); BW art. 7A:1639t (oud)
Essentie
Kennelijk onredelijk ontslag. Schadevergoeding op voet van art. 7A:1638x (oud) BW.
Niet blijk van onjuiste rechtsopvatting geeft oordeel rechtbank dat ontslag kennelijk onredelijk is omdat werkgever, gelet op alle omstandigheden, haar belang bij beëindiging dienstbetrekking enkel had mogen laten prevaleren wanneer zij werknemer billijke vergoeding had toegekend. Vergoeding (psychische) schade op voet van art. 7A:1638x (oud) BW?
Samenvatting
Werknemer is na een zeer lange en goede staat van dienst wegens psychische klachten arbeidsongeschikt geraakt. De door werkgever aangeboden andere functies heeft werknemer geweigerd, omdat hij na vertrek van de manager aan wie volgens werknemer zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.