RvdW 1998, 27
HR, 23-01-1998, nr. 16490: Van Eijk
HR 23-01-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2552 (Van Eijk)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 januari 1998
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16490
- Conclusie
A-G Mok
- LJN
ZC2552
- Roepnaam
Van Eijk
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Bestuursprocesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2552, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑01‑1998
- Wetingang
Essentie
Formele rechtskracht van besluiten waartegen beroep openstond bij het CBB welke rechtsgang tot 1 januari 1994 niet voldeed aan eisen van art. 6 EVRM? Volgens bedoeling wetgever was sprake van een volwaardige rechtsgang waarbij in belang rechtszekerheid een korte beroepstermijn van 30 dagen gold: in Nederlandse stelsel van rechtspleging moet worden aangenomen dat belanghebbende zich eerst na een beslissing van het CBB tot de burgerlijke rechter kan wenden.
Samenvatting
Bij een aantal nota's heeft het Produktschap aan een veehouder aanslagen ter zake van superheffing opgelegd. De veehouder heeft geen beroep ingesteld bij het College van Beroep voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.