NJ 1998, 525
Formele rechtskracht besluiten waartegen beroep openstond bij CBB welke rechtsgang tot 1 jan. 1994 niet voldeed aan eisen 6 EVRM? Verzet bij burgerlijke rechter tegen dwangbevel overheidsorgaan
HR 23-01-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2552, m.nt. M. van der Scheltema (Van Eijk)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 januari 1998
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16490
- Conclusie
A-G Mok
- Noot
M. van der Scheltema
- LJN
ZC2552
- Roepnaam
Van Eijk
- JCDI
JCDI:ADS63306:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Bestuursprocesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2552, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑01‑1998
- Wetingang
Essentie
Formele rechtskracht van besluiten waartegen beroep openstond bij het CBB welke rechtsgang tot 1 jan. 1994 niet voldeed aan eisen van art. 6 EVRM? Volgens bedoeling wetgever was sprake van een volwaardige rechtsgang waarbij in belang rechtszekerheid een korte beroepstermijn van 30 dagen gold: in Nederlandse stelsel van rechtspleging moet worden aangenomen dat belanghebbende zich eerst na een beslissing van het CBB tot de burgerlijke rechter kan wenden. Verzet bij burgerlijke rechter tegen dwangbevel overheidsorgaan.
Samenvatting
Bij een aantal nota's heeft het Produktschap aan een veehouder aanslagen ter zake van superheffing opgelegd. De veehouder heeft geen beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.