NJ 1998, 284
Nationaliteit opteren voor Nederlanderschap (6 Toescheidingsovereenkomst Nederland-Suriname) vereist dat betrokkene woonplaats in Nederland heeft; dat betekent niet dat optie slechts in Nederland kan worden uitgebracht
HR 16-01-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2549, m.nt. G.R. de Groot
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 januari 1998
- Magistraten
Martens, Neleman, Herrmann, Jansen, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
9021
- Conclusie
A-G Mok
- Noot
G.R. de Groot
- LJN
ZC2549
- JCDI
JCDI:ADS114446:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Staatsrecht / Nationaliteitsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2549, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑01‑1998
- Wetingang
Essentie
Nationaliteit. Opteren voor het Nederlanderschap als bedoeld in art. 6 Toescheidingsovereenkomst Nederland-Suriname vereist dat betrokkene woonplaats in Nederland heeft; dat betekent niet dat de optie slechts in Nederland kan worden uitgebracht.
Samenvatting
Verzoeker is in 1962 te Suriname geboren en heeft zich in 1974 met zijn moeder gevestigd in Nederland. Verzoeker had bij zijn geboorte de Nederlandse nationaliteit en die heeft hij, toen Suriname op 25 nov. 1975 onafhankelijk werd, behouden op grond van art. 6 lid 2 Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten Nederland-Suriname (TO). In 1976 is verzoeker teruggekeerd naar Suriname, waar ook zijn vader woonde. Hij verkreeg toen de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.