NJ 1998, 456
Geen voor rekening betrokkene komend gebrek aan medewerking aan door rechtbank bevolen medisch onderzoek; arts dient ook bij behandeling anders dan krachtens behandelingsovereenkomst betrokkene duidelijk en desgewenst schriftelijk in te lichten over voorgenomen onderzoek (over aard daarvan en over voor gezondheid te verwachten gevolgen en risico's
HR 09-01-1998, ECLI:NL:PHR:1998:ZC2538, m.nt. F.C.B. van Wijmen (Ruiter/Pensioenfonds)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 januari 1998
- Magistraten
Snijders, Korthals Altes, Heemskerk, Herrmann, Jansen
- Zaaknummer
16483
- Conclusie
A-G Langemeijer
- Noot
F.C.B. van Wijmen
- LJN
ZC2538
- Roepnaam
Ruiter/Pensioenfonds
- JCDI
JCDI:ADS156741:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Gezondheidsrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC2538, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑01‑1998
ECLI:NL:PHR:1998:ZC2538, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑01‑1998
- Wetingang
BW art. 7:448; BW art. 7:464; Rv (oud) art. 221
Essentie
Geen voor rekening betrokkene komend gebrek aan medewerking aan door rechtbank bevolen medisch onderzoek; arts dient ook bij behandeling op gebied van geneeskunst anders dan krachtens behandelingsovereenkomst betrokkene op duidelijke wijze en desgewenst schriftelijk in te lichten over het voorgenomen onderzoek (over de aard daarvan en over de voor de gezondheid te verwachten gevolgen en risico's van het onderzoek).
Samenvatting
Fysiotherapeute, deelneemster in een pensioenfonds, maakt krachtens een daartoe strekkende bepaling van het Pensioenreglement aanspraak op premievrij pensioen wegens blijvende beroepsinvaliditeit (knieklachten). In het kader van de vaststelling van de vereiste mate van invaliditeit (50% of meer) heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.