NJ 1998, 347
In 58 Rv aan rechter gegeven bevoegdheid advocaat/procureur persoonlijk in proceskosten te veroordelen niet gegeven in belang wederpartij; bij gebruikmaking deze bevoegdheid te hanteren maatstaf; motiveringseisen
HR 12-12-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2528, m.nt. J.B.M. Vranken
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 december 1997
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Heemskerk, Herrmann, Jansen
- Zaaknummer
8961
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
J.B.M. Vranken
- LJN
ZC2528
- JCDI
JCDI:ADS63681:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2528, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑12‑1997
- Wetingang
Rv (oud) art. 58
Essentie
De in art. 58 Rv aan de rechter gegeven bevoegdheid een advocaat/procureur persoonlijk in de proceskosten te veroordelen is niet gegeven in het belang van de wederpartij; de bij de gebruikmaking van deze bevoegdheid te hanteren maatstaf; motiveringseisen.
Samenvatting
De in art. 58 Rv aan de rechter gegeven bevoegdheid tot veroordeling van advocaten en procureurs persoonlijk in de proceskosten kan worden uitgeoefend ten aanzien van degenen ‘die zich in hunne bedieningen te buiten mogten gaan’. Deze bevoegdheid is gegeven teneinde de cliënt van de desbetreffende advocaat of procureur te vrijwaren van een veroordeling in de proceskosten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.