NJ 1998, 402
Verkeersaansprakelijkheid; jong kind aangereden door automobilist / geen overmacht / regresvordering verzekeraar
HR 05-12-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2522, m.nt. J. Hijma
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 december 1997
- Magistraten
Roelvink, Royer, Korthals Altes, Neleman, Heemskerk
- Zaaknummer
16518
- Conclusie
A-G Hartkamp
- Noot
J. Hijma
- LJN
ZC2522
- JCDI
JCDI:ADS67207:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verzekeringsrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verkeersrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2522, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑12‑1997
- Wetingang
BW art. 3:12; BW art. 6:101; WVW art. 31 (oud); WVW art. 185
Essentie
Verkeersaansprakelijkheid; jong kind aangereden door automobilist. Geen overmacht. Regresvordering verzekeraar. Beslissing gelijk aan die in de hiervoor opgenomen zaak (NJ 1998, 400) met dien verstande dat in dit geding nader wordt ingegaan op de billijkheidscorrectie van art. 6:101 lid 1 BW en dat buitengerechtelijke kosten niet aan de orde zijn.
Samenvatting
Het betoog dat de billijkheidscorrectie uitsluitend aan de orde kan komen nadat de rechter gemotiveerd heeft aangegeven waarom hij het resultaat van de causaliteitsafweging uit een oogpunt van billijkheid ‘onaanvaardbaar’ heeft geacht, is niet verenigbaar met het bepaalde in art. 6:101 lid 1 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.