NJ 1998, 346
Geding tot wijziging uitvoerbaar bij voorraad verklaarde alimentatiebeschikking hof/incidenteel verzoek in cassatie tot schorsing tenuitvoerlegging alimentatiebeschikking die echter zelve in cassatie niet wordt bestreden
HR 21-11-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2506, m.nt. H.J. Snijders
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 november 1997
- Magistraten
Roelvink, Mijnssen, Heemskerk, Herrmann, Jansen
- Zaaknummer
9036
- Conclusie
A-G Mok
- Noot
H.J. Snijders
- LJN
ZC2506
- JCDI
JCDI:ADS63718:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2506, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑11‑1997
- Wetingang
Rv (oud) art. 429p
Essentie
Geding tot wijziging van uitvoerbaar bij voorraad verklaarde alimentatiebeschikking hof. Incidenteel verzoek in cassatie tot schorsing tenuitvoerlegging van de alimentatiebeschikking die echter zelve in cassatie niet wordt bestreden.
Samenvatting
Het incidentele verzoek strekt ertoe dat de Hoge Raad schorsende werking zal bevelen van een alimentatiebeschikking waarvan in het onderhavige geding wijziging wordt verzocht ‘niettegenstaande de uitvoerbaarverklaring van die beschikking’. Ingevolge HR 12 sept.1997, NJ 1998, 345 moet art. 429p lid 2 Rv geacht worden van overeenkomstige toepassing te zijn in de rekestprocedure in cassatie. Aldus is de Hoge Raad bevoegd de schorsende werking van het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.