NJ 1998, 509
Ontvanger stelt derde onder verwijzing naar 34 IW 1990 aansprakelijk voor omzetbelasting die door ‘uitlener’ niet is afgedragen (zgn. inlenersaansprakelijkheid) en dagvaardt deze derde op voet van 49 IW 1990 voor burgerlijke rechter / dagvaarding ontvanger tijdig betekend; ontvankelijkheid aanvulling van eis / in casu geen waarschuwingsplicht fiscus / te vage klacht in cassatie met betrekking tot passeren bewijsaanbod
HR 21-11-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2501, m.nt. P.J. Wattel
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 november 1997
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Heemskerk, Jansen
- Zaaknummer
16486
- Conclusie
plv. P-G Van Soest
- Noot
P.J. Wattel
- LJN
ZC2501
- JCDI
JCDI:ADS156737:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2501, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑11‑1997
- Wetingang
Essentie
Ontvanger stelt derde onder verwijzing naar art. 34 IW 1990 aansprakelijk voor de omzetbelasting die door ‘uitlener’ niet is voldaan (zgn. inlenersaansprakelijkheid) en dagvaardt deze derde op de voet van art. 49 IW 1990 voor de burgerlijke rechter. Dagvaarding ontvanger tijdig betekend; ontvankelijkheid aanvulling van eis. ‘Inlening’ als bedoeld in art. 34 IW 1990. In casu geen waarschuwingsplicht fiscus. Burgerlijke rechter dient te beslissen op stelling aansprakelijk gestelde dat hij in generlei rechtsverhouding staat of heeft gestaan tot belastingplichtige; daaraan doet niet af dat deze stelling ook aan de orde kan komen in de procedure van art. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.