RvdW 1997, 231
HR, 14-11-1997, nr. 16453: Groen/Schoevers
HR 14-11-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2495 (Groen/Schoevers)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 november 1997
- Magistraten
Roelvink, Neleman, Heemskerk, Herrmann, De Savornin Lohman, De Vries Lentsch-Kostense
- Zaaknummer
16453
- Conclusie
A-G De Vriesch Lentsch-Kostense
- LJN
ZC2495
- Roepnaam
Groen/Schoevers
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Vermogensrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2495, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑11‑1997
- Wetingang
Rv art. 48; Rv art. 176; BW art. 7A:1637a (oud); BW art. 7:610
Essentie
Is tussen partijen gesloten overeenkomst tot het verrichten van werk tegen betaling een arbeidsovereenkomst als bedoeld in art. 7A:1637a (oud) BW? Geen aanvulling van feitelijke stellingen.
Samenvatting
Een belastingadviseur drijft zijn onderneming in de rechtsvorm van een commanditaire vennootschap. Hij verricht ingevolge een mondelinge overeenkomst als docent onderwijswerkzaamheden voor een opleidingsinstituut. Ingevolge de overeenkomst wordt steeds aan de C.V. betaald op de door de vennootschap maandelijks verzonden facturen waarop ook BTW in rekening wordt gebracht. Het instituut zegt de overeenkomst op. De docent stelt dat de overeenkomst moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst en betwist de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.