NJ 1998, 364
Onrechtmatige daad Staat door oplegging aanslagen voor zover deze nadien door rechter onderscheidenlijk belastingdienst, zijn verminderd / aansprakelijkheid Staat voor door belastingplichtige geleden renteschade ook ingeval deze in weerwil verkregen uitstel is overgegaan tot betaling; geen doorbreking causaal verband; geen eigen schuld
HR 07-11-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2486 (Groskamp/Staat)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 november 1997
- Magistraten
Snijders, Royer, Mijnssen, Neleman, Herrmann
- Zaaknummer
16 473
- Conclusie
plv. P-G Van Soest
- LJN
ZC2486
- Roepnaam
Groskamp/Staat
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2486, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑11‑1997
- Wetingang
BW art. 6:98; BW art. 6:101; Inv.w 1990 art. 28; Inv.w 1845 art. 17; Inv.w 1845 art. 18
Essentie
Onrechtmatige daad Staat door oplegging van aanslagen voor zover deze nadien door de rechter onderscheidenlijk de belastingdienst, zijn verminderd. Aansprakelijkheid Staat voor door de belastingplichtige geleden renteschade ook ingeval deze in weerwil van verkregen uitstel is overgegaan tot betaling; geen doorbreking causaal verband; geen eigen schuld.
Samenvatting
Art. 28 lid 3 Invorderingswet 1990 bepaalt — evenals het tweede lid van het bij de wet van 26 maart 1987, Stb. 120, in de toen geldende Invorderingswet ingevoegde en op 1 april 1987 in werking getreden art. 18— dat ingeval bij vermindering van de belastingaanslag het bedrag van de vermindering meer beloopt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.