NJ 1998, 68
Bestaan achtergestelde lening kan niet bijdragen tot (summier) bewijs dat schuldenaar verkeert in toestand dat hij heeft opgehouden te betalen / aan de feitenrechter of hij in ongelijk gestelde partij in proceskosten veroordeelt
HR 24-10-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2474
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 oktober 1997
- Magistraten
Snijders, Korthals Altes, Neleman, Herrmann, Jansen, Van Soest
- Zaaknummer
8971
- LJN
ZC2474
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2474, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑10‑1997
- Wetingang
Fw art. 1; Rv (oud) art. 56; Rv (oud) art. 429k
Essentie
Bestaan achtergestelde lening kan niet bijdragen tot het (summiere) bewijs dat schuldenaar verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen. Het is aan de feitenrechter overgelaten of hij in ongelijk gestelde partij in proceskosten veroordeelt.
Samenvatting
Het bestaan van achtergestelde leningen die slechts terugbetaald behoeven te worden bij liquidatie kan niet bijdragen tot het (summiere) bewijs dat de schuldenaar verkeert in de toestand dat zij heeft opgehouden te betalen, in aanmerking genomen de aard en de strekking van die leningen en de omstandigheid dat niet gezegd kan worden dat de schuldenaar, door de leningen niet terug ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.