RvdW 1997, 207
HR, 24-10-1997, nr. 16384: Baijings/mr. H
HR 24-10-1997, ECLI:NL:HR:1997:AM1905 (Baijings/mr. H)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 oktober 1997
- Magistraten
Roelvink, Royer, Neleman, Heemskerk, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16384
- Conclusie
A-G Bakels
- LJN
AM1905
- Roepnaam
Baijings/mr. H
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AM1905, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑10‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AM1905, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑06‑1997
- Wetingang
BW art. 6:248; BW art. 7:681; BW art. 7:682; BW art. 7:683; BW art. 7:685; BW art. 7A:1639s (oud); BW art. 7A:1639t (oud); BW art. 7A:1639u (oud)
Essentie
Kan werknemer — na ontbinding arbeidsovereenkomst en toekenning vergoeding naar billijkheid door kantonrechter — in afzonderlijk geding op grond van de redelijkheid en billijkheid nog vordering instellen ter zake van een door de rechter niet meegewogen aanspraak? Bijzondere aard van de wettelijke regeling betreffende de arbeidsovereenkomst; redelijke wetstoepassing. Beroepsaansprakelijkheid advocaat wegens verzuim instellen hoger beroep: maatstaf ter vaststelling door cliënt geleden schade.
Samenvatting
Voormalige werknemer vorderde in een aparte procedure een vergoeding voor optierechten die hij niet heeft kunnen uitoefenen, doordat zijn arbeidsovereenkomst door de kantonrechter — met toekenning van een vergoeding — werd ontbonden op grond van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.