NJ 1998, 816:Wet BOPZ / kan psychiater die verklaring heeft opgemaakt in casu worden aangemerkt als arts die niet bij behandeling was betrokken? / ontoereikende motivering oordeel dat sprake was van gevaar / verzoek tot oproeping 8 lid 6 Wet BOPZ?

NJ 1998, 816

Wet BOPZ / kan psychiater die verklaring heeft opgemaakt in casu worden aangemerkt als arts die niet bij behandeling was betrokken? / ontoereikende motivering oordeel dat sprake was van gevaar / verzoek tot oproeping 8 lid 6 Wet BOPZ?

Documentgegevens:

HR 17-10-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2464

Instantie: Hoge Raad
Datum: 17 oktober 1997
Magistraten: Snijders, Korthals Altes, Herrmann, Jansen, De Savornin Lohman
Zaaknummer: 9066
Conclusie: A-G Hartkamp
LJN: ZC2464
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1997:ZC2464, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑10‑1997
Wetingang: BOPZ art. 5; BOPZ art. 8

Essentie

Wet BOPZ. Kan psychiater die verklaring heeft opgemaakt in casu worden aangemerkt als arts die niet bij de behandeling was betrokken? Ontoereikende motivering van oordeel dat sprake was van gevaar. Verzoek tot oproeping als bedoeld in art. 8 lid 6 Wet BOPZ?

Samenvatting

Verzoekster tot cassatie keert zich tegen het oordeel van de rechtbank dat de psychiater die de verklaring als bedoeld in art. 5 lid 1Wet BOPZ heeft opgemaakt, niet betrokken was bij haar behandeling.

De rechtbank heeft niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting omtrent het bepaalde in art. 5 lid 1W ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.