NJ 1998, 20
Rechtsverwerking op grond van gerechtvaardigd vertrouwen
HR 26-09-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2437
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 september 1997
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Korthals Altes, Herrmann, Jansen
- Zaaknummer
16326
- Conclusie
A-G Asser
- LJN
ZC2437
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2437, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑09‑1997
- Wetingang
BW art. 6:2
Essentie
Rechtsverwerking op grond van gerechtvaardigd vertrouwen.
Samenvatting
Over in 1970 door T. opgelopen whiplash-letsel zou door S. in 1971 na onvoldoende onderzoek op onnauwkeurige en onzorgvuldige wijze zijn gerapporteerd aan de WAM-verzekeraar van de aansprakelijke partij. Omdat T. zich als gevolg daarvan secundair gevictimiseerd acht spreekt hij S. aan op grond van onrechtmatige daad. Rechtbank en hof oordelen dat T. zijn vorderingsrecht jegens S. heeft verwerkt.
Het kennelijke uitgangspunt van het hof — dat de enkele omstandigheid dat de secundaire victimisatie is blijven voortduren, niet eraan in de weg stond dat bij S. het gerechtvaardigde vertrouwen heeft kunnen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.