JOW 1998, 2
wederrechtelijk verkregen voordeel; onpartijdigheid
HR 09-09-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC9559
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 september 1997
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Corstens, Aaftink, Orie
- Zaaknummer
105200P
- LJN
ZC9559
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC9559, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑09‑1997
- Wetingang
Essentie
wederrechtelijk verkregen voordeel; onpartijdigheid
Samenvatting
— De enkele omstandigheid dat een van de rechters die over de ontnemingsvordering oordeelt ook in de procedure in de hoofdzaak is opgetreden wil niet zeggen dat er geen sprake is van onpartijdigheid als bedoeld in art. 6 EVRM.
— Een in dezelfde zaak gewezen vonnis kan nooit een bewijsmiddel zijn waaruit volgt dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan, wel om aan te geven dat en terzake van welk strafbaar feit de verdachte is veroordeeld.
Het is mogelijk dat de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel alleen gebaseerd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.