NJ 1998, 421
Ontbinding arbeidsovereenkomst op voet 7A:1639w (oud) BW; betekenis clausule ‘voor zover rechtens vereist’
HR 05-09-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2417, m.nt. P.A. Stein (De Bode/De Hollandsche IJssel)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 september 1997
- Magistraten
Roelvink, Mijnssen, Korthals Altes, Neleman, Herrmann
- Zaaknummer
16342
- Conclusie
A-G Strikwerda
- Noot
P.A. Stein
- LJN
ZC2417
- Roepnaam
De Bode/De Hollandsche IJssel
- JCDI
JCDI:ADS156710:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2417, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑09‑1997
- Wetingang
BW art. 3:38; BW art. 6:22; BW art. 7:685; BW art. 7A:1639w (oud)
Essentie
Ontbinding arbeidsovereenkomst op de voet van art. 7A:1639w (oud) BW; betekenis clausule ‘voor zover rechtens vereist’.
Samenvatting
Een op staande voet ontslagen arbeider heeft de nietigheid van het ontslag ingeroepen terwijl tevens de arbeidsovereenkomst op de voet van art. 7A:1639w (oud) BW is ontbonden voor ‘voor zover rechtens vereist’. Deze clausule betekent — gelet op het karakter van de ontbindingsprocedure — dat de ontbinding van de arbeidsovereenkomst afhankelijk wordt gesteld van de nietigheid van het ontslag en niet van (het in kracht van gewijsde gaan van) een rechterlijke uitspraak omtrent die nietigheid. Dit brengt mee dat, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.