NJ 1998, 63
Zeevervoer onder cognossement / in cognossement opgenomen exoneraties en Himalaya-clausule nog van kracht gedurende periode waarin goederen zich onder hoede stuwadoor bevinden? / tijdstip ‘aflevering’ onder cognossement vervoerde zaken / opzet of grove schuld bedrijfsleiding stuwadoor?
HR 05-09-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2415, m.nt. R.E. Japikse (Gerling/Hanno)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 september 1997
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Heemskerk, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16310
- Conclusie
A-G Asser
- Noot
R.E. Japikse
- LJN
ZC2415
- Roepnaam
Gerling/Hanno
- JCDI
JCDI:ADS63270:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Vervoersrecht / Zeevervoer
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2415, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑09‑1997
- Wetingang
BW art. 6:2; BW art. 8:377; BW art. 8:378
Essentie
Zeevervoer onder cognossement. In cognossement opgenomen bepalingen (exoneraties en Himalaya-clausule) nog van kracht gedurende periode waarin goederen zich onder hoede stuwadoor bevinden? Tijdstip van ‘aflevering’ van onder cognossement vervoerde zaken. Opzet of grove schuld bedrijfsleiding stuwadoor?
Samenvatting
Onder cognossement vervoerde bundels hout worden — na lossing — op het terrein van de stuwadoor opgeslagen, waarna een aantal bundels verdwijnt. De stuwadoor kan zich op grond van Himalaya-clausule beroepen op de in de cognossementen ten behoeve van de vervoerder opgenomen verweermiddelen in geval de vervoerovereenkomst nog niet door ‘aflevering’ was geëindigd. Omtrent het begrip aflevering houdt het oude noch ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.