NJ 1999, 301:Arubaanse zaak / occupatie gronden gelegen naast grond die door overheid aan occupant in concessie was uitgegeven / verkrijgende verjaring; goede trouw / bona fides superveniens

NJ 1999, 301

Arubaanse zaak / occupatie gronden gelegen naast grond die door overheid aan occupant in concessie was uitgegeven / verkrijgende verjaring; goede trouw / bona fides superveniens

Documentgegevens:

HR 20-06-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2399, m.nt. W.M. Kleijn

Instantie: Hoge Raad
Datum: 20 juni 1997
Magistraten: Roelvink, Mijnssen, Herrmann, Jansen, De Savornin Lohman
Zaaknummer: 8865
Conclusie: A-G Asser
Noot: W.M. Kleijn
LJN: ZC2399
JCDI: JCDI:ADS143102:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Goederenrecht / Algemeen
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Vermogensrecht (V)
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1997:ZC2399, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑06‑1997
Wetingang: BW (Ned. Antillen en Aruba) art. 621; BW (Ned. Antillen en Aruba) art. 622; BW (Ned. Antillen en Aruba) art. 623; BW (Ned. Antillen en Aruba) art. 624; BW (Ned. Antillen en Aruba) art. 625; BW (Ned. Antillen en Aruba) art. 626; BW (Ned. Antillen en Aruba) art. 627; BW (Ned. Antillen en Aruba) art. 628; BW (Ned. Antillen en Aruba) art. 629; BW (Ned. Antillen en Aruba) art. 630; BW (Ned. Antillen en Aruba) art. 631; BW (Ned. Antillen en Aruba) art. 632; BW (Ned. Antillen en Aruba) art. 633; BW (Ned. Antillen en Aruba) art. 634; BW (Ned. Antillen en Aruba) art. 1982; BW art. 625 (oud); BW art. 626 (oud); BW art. 627 (oud); BW art. 628 (oud); BW art. 629 (oud); BW art. 630 (oud); BW art. 631 (oud); BW art. 632 (oud); BW art. 633 (oud); BW art. 634 (oud); BW art. 635 (oud); BW art. 636 (oud); BW art. 637 (oud); BW art. 638 (oud); BW art. 2000 (oud); BW art. 3:81; BW art. 5:1

Essentie

Arubaanse zaak. Occupatie van gronden gelegen naast grond die door de overheid aan de occupant in concessie was uitgegeven. Verkrijgende verjaring; goede trouw. Bona fides superveniens.

Samenvatting

Niet is uitgesloten dat een bezitter, die op het tijdstip waarop hij het bezit verkreeg niet te goeder trouw was, op een later tijdstip ten aanzien van dat bezit alsnog te goeder trouw wordt met als gevolg dat vanaf dit laatste tijdstip de gevolgen gelden die de wet aan het bezit te goeder trouw verbindt.

Voor verkrijging van eigendom van een onroerende zaak door verjaring is in een geval als ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.