JOW 1998, 46
wederrechtelijk verkregen voordeel; bewijsmiddelen; nietig; nietigheid
HR 27-05-1997, ECLI:NL:HR:1997:AK1439
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 mei 1997
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Corstens
- Zaaknummer
104052P
- LJN
AK1439
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AK1439, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑05‑1997
- Wetingang
Essentie
wederrechtelijk verkregen voordeel; bewijsmiddelen; nietig; nietigheid
Samenvatting
Verdachte is door het Hof veroordeeld voor de handel in verdovende middelen. Ingevolge art. 511g, tweede lid, Sv in verbinding met art. 415 Sv en art. 359, eerste lid, Sv dient de uitspraak van de rechter op een vordering als bedoeld in art. 36e Sr de inhoud te bevatten van de bewijsmiddelen waaraan zijn schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel is ontleend.
De uitspraak van het Hof bevat niet de inhoud van de daarin vermelde ambtsedige processen-verbaal voorzover het Hof deze heeft gebezigd, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.