NJ 1997, 531
Verjaring van vordering uit onrechtmatige daad / stuitende werking door instellen eis; nieuwe rechtsvordering of niet
HR 23-05-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2377 (Beauty WorldWide/Bayer)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 1997
- Magistraten
Martens, Royer, Korthals Altes, Neleman, Jansen
- Zaaknummer
16266
- Conclusie
A-G Strikwerda
- LJN
ZC2377
- Roepnaam
Beauty WorldWide/Bayer
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2377, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑1997
- Wetingang
BW art. 3:316
Essentie
Verjaring van vordering uit onrechtmatige daad. Stuitende werking door instellen eis; nieuwe rechtsvordering of niet.
Samenvatting
In geval een eiser in de loop van het geding zijn eis vermeerdert en de verweerder zich tegen de aldus bij wege van vermeerdering van eis ingestelde vordering beroept op verjaring, hangt het tijdstip waarnaar moet worden beoordeeld of dit verweer doel treft, daarvan af of de aldus ingestelde vordering al dan niet moet worden aangemerkt als een nieuwe rechtsvordering. In het eerste geval is voor de vraag of zij tijdig is ingesteld, het tijdstip van de eisvermeerdering beslissend, in het tweede geval ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.