JOW 1997, 122
bewijsmiddelen; wederrechtelijk verkregen voordeel
HR 29-04-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AK3742
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 april 1997
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Corstens
- Zaaknummer
105006P
- LJN
AK3742
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AK3742, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑04‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AK3742, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑04‑1997
- Wetingang
Samenvatting
Art. 511f SV bepaalt dat de rechter zijn schatting van het op geld waardeerbare voordeel slechts mag ontlenen aan de inhoud van wettige bewijsmiddelen. Deze inhoud hoeft echter niet per se in de ontnemingsbeslissing te zijn opgenomen, mits zij op relatief eenvoudige wijze in een andere rechtelijke uitspraak gevonden kan worden; een drietrapsraket (ontnemingsbeslissing verwijst naar het arrest in de hoofdzaak dat ten dele weer verwijst naar het vonnis) wordt echter niet aanvaard. Indien een verklaring tot bewijs wordt gebezigd hoeft alleen de relevante kern te worden vermeld. Voorwaarde is alleen dat die zakelijke weergave van de verklaring ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.