NJ 1997, 561
Arbeidsovereenkomst / kennelijk onredelijk ontslag; anciënniteit bij twee opeenvolgende arbeidsperioden / zelfstandige taak rechter / lengte tussenliggende periode
HR 28-03-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AG1395 (Cemsto/Azzouti)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 maart 1997
- Magistraten
Roelvink, Korthals Altes, Heemskerk, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16218
- Conclusie
A-G Koopmans
- LJN
AG1395
- Roepnaam
Cemsto/Azzouti
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AG1395, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑03‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AG1395, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑03‑1997
- Wetingang
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Kennelijk onredelijk ontslag; anciënniteit bij twee opeenvolgende arbeidsperioden. Zelfstandige taak rechter. Lengte tussenliggende periode.
Samenvatting
Tegen de achtergrond van de ratio van anciënniteitsregelingen, zoals in art. 7A:1639s lid 2 aanhef en onder 4° BW bedoeld (zie nader het arrest) mocht de rechtbank oordelen dat gezien de beperkte duur van de onderbreking tussen de twee arbeidsperioden en de omstandigheden waaronder deze onderbreking tot stand kwam, de werkgeefster bij het vaststellen van de anciënniteit van de werknemer rekening had moeten houden met de eerste arbeidsperiode.
De rechtbank moest de vraag of het ontslag kennelijk onredelijk was ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.