JOW 1997, 92
wederrechtelijk verkregen voordeel; voordeelsberekening
HR 25-03-1997, ECLI:NL:HR:1997:AK1364
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 maart 1997
- Magistraten
Hermans, Bleichrodt, Corstens, Aaftink, Keijzer
- Zaaknummer
104384P
- LJN
AK1364
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AK1364, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑03‑1997
- Wetingang
Sr art. 36e
Essentie
wederrechtelijk verkregen voordeel; voordeelsberekening
Samenvatting
Als bewijsmiddelen worden gebruikt: observaties van verbalisanten verdeeld over het tijdsbestek van 9 tot en met 19 augustus 1994, verklaringen van werknemers van de shoarmazaak en van veroordeelde en aangetroffen hoeveelheden drugs in de shoarmazaak en in de privé woning van veroordeelde. Gelet op deze bewijsmiddelen, kon het Hof ervan uitgaan dat de observaties representatief waren voor de periode van 1 april 1994 tot en met 19 augustus 1994, zodat geen sprake is van ongeoorloofde generalisatie van de resultaten van een steekproef.
Uitspraak
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.