NJ 1998, 206
Schorsing tenuitvoerlegging arbitraal vonnis wegens daartegen ingesteld request-civiel op grond van bedrog
HR 21-03-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2314
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 maart 1997
- Magistraten
Roelvink, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
8825
- Conclusie
A-G Vranken
- LJN
ZC2314
- JCDI
JCDI:ADS143043:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2314, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑03‑1997
- Wetingang
Rv (oud) art. 1066; Rv (oud) art. 1068
Essentie
Schorsing tenuitvoerlegging arbitraal vonnis wegens daartegen ingesteld request-civiel op grond van bedrog.
Samenvatting
Een verzoek tot schorsing op grond van art. 1068 lid 2 juncto art. 1066 Rv is gericht op het verkrijgen van een voorlopige voorziening. Bij de beslissing daarop zal de rechter zich een voorlopig oordeel vormen over de vordering tot herroeping in request-civiel en tevens de belangen van partijen afwegen. Bij de vorming van dit voorlopig oordeel zal de rechter ervan moeten uitgaan dat de vordering tot herroeping, voor zover gegrond op art. 1068 lid 1 onder a, alleen kan slagen indien aan alle in die bepaling ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.