NJ 1997, 379
Onpartijdigheid rechter
HR 21-03-1997, ECLI:NL:HR:1997:AG7209
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 maart 1997
- Magistraten
Mijnssen, Herrmann, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
8824
- Conclusie
A-G De Vries Lentsch-Kostense
- LJN
AG7209
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AG7209, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑03‑1997
- Wetingang
EVRM art. 6; Rv (oud) art. 1; Rv (oud) art. 212
Essentie
Onpartijdigheid rechter.
Samenvatting
Bijstandsverhaal. Rechtbank geeft aan betrokkene bij tussenbeschikking bewijsopdracht. Er is geen sprake van omstandigheden die objectief gezien twijfel rechtvaardigen aan de onpartijdigheid van de rechter-commissaris bij het horen van de getuigen en van de rechters die de eindbeschikking hebben gegeven (daaronder begrepen de rechter die tot rechter-commissaris benoemd was). Immers was de rechtbank na haar voorlopig oordeel in haar tussenbeschikking volstrekt vrij bij de beoordeling van het bijgebrachte bewijs en kan ook niet gezegd worden dat de enkele omstandigheid dat de rechter-commissaris deel heeft uitgemaakt van de kamer die de tussenbeschikking heeft meegewezen aanleiding moet geven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.