AB 1997, 351
Ontvankelijkheid gemeente in hoger beroep; noodzaak van bekrachtiging door gemeenteraad van besluit burgemeester en wethouders in eerstvolgende vergadering.
HR 28-02-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZF3460, m.nt. Th.G. Drupsteen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 februari 1997
- Magistraten
Roelvink, Korthals Altes, Neleman, Herrmann, Jansen
- Zaaknummer
16188
- Conclusie
A-G Koopmans
- Noot
Th.G. Drupsteen
- LJN
ZF3460
- JCDI
JCDI:ADS864424:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZF3460, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑02‑1997
- Wetingang
Gem.w art. 164 lid 3; Gem.w art. 164 lid 4
Essentie
Ontvankelijkheid gemeente in hoger beroep; noodzaak van bekrachtiging door gemeenteraad van besluit burgemeester en wethouders in eerstvolgende vergadering.
Samenvatting
Ingevolge art. 147 Gem.w berusten de bevoegdheden als bedoeld in art. 108 van die wet, voor zover zij niet bij of krachtens deze wet aan het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester zijn toegekend bij de raad; tot die besluiten behoort onder meer de besluitvorming omtrent het voeren van rechtsgedingen. Art. 164 maakt op deze hoofdregel enkele uitzonderingen.(…) In overeenstemming met de strekking van de uitzonderingen voor — kortweg — spoedgevallen, die in art. 164 wordt gemaakt op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.