NJ 1997, 369
Echtscheidingsconvenant bevat eigensoortige regeling waarop 1:160 BW niet van toepassing is
HR 07-02-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2273, m.nt. J. de Boer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 februari 1997
- Magistraten
Martens, Heemskerk, Herrmann, Jansen, De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16183
- Conclusie
A-G Mok
- Noot
J. de Boer
- LJN
ZC2273
- JCDI
JCDI:ADS142593:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2273, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑02‑1997
- Wetingang
BW art. 1:160
Essentie
Echtscheidingsconvenant bevat eigensoortige regeling waarop art. 1:160 BW niet van toepassing is.
Samenvatting
In hun echtscheidingsconvenant hebben partijen bewust afgezien van een alimentatieregeling en even bewust gekozen voor een eigen, andersoortige regeling, bestaande uit een salarisbetaling door de man na de beëindiging van het dienstverband van de vrouw met de door de man beheerste vennootschap. Het gaat hier om een regeling met ‘een eigen karakter’, waarop art. 1:160 BW niet van toepassing is.
Partij(en)
N., te H., eiser tot cassatie, adv. mr. T.H. Tanja-van den Broek,
tegen
K., te B., verweerster in cassatie, adv. mr. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.