NJ 1997, 595
Verblijvensbeding en legitieme
HR 07-02-1997, ECLI:NL:HR:1997:ZC2269, m.nt. W.M. Kleijn (Verblijvensbeding)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 februari 1997
- Magistraten
Snijders, Mijnssen, Neleman, Heemskerk, Jansen
- Zaaknummer
16099
- Conclusie
A-G Asser
- Noot
W.M. Kleijn
- LJN
ZC2269
- Roepnaam
Verblijvensbeding
- JCDI
JCDI:ADS142582:1
- Vakgebied(en)
Erfrecht / Testamenten
Onbekend (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:ZC2269, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑02‑1997
- Wetingang
BW art. 4:967
Essentie
Verblijvensbeding en legitieme.
Samenvatting
Nu bij het onderhavige verblijvensbeding geen bevoordelingsbedoeling aanwezig was, kan het niet worden aangemerkt als een gift of schenking in de zin van art. 967 (oud) BW.
Partij(en)
A.W.,te A., eiser tot cassatie, adv. mr.C.J.J.C. van Nispen,
tegen
- 1.
A.M.C.N., te A., verweerster in cassatie, niet verschenen,
- 2.
L.N., te A., verweerster in cassatie, adv. mr. E. Grabandt,
- 3.
J.M.N., te A., verweerder in cassatie, niet verschenen.
Voorgaande uitspraak
Hof:
4. Behandeling van het principaal hoger beroep
4.1
De grieven I-III zien alle op de aard en gevolgen van het zogeheten verblijvensbeding. Het hof zal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.